Gastblogs

Marte: “Ik heb elf chemokuren, twee operaties en dertig bestralingen gehad en ik ben in remissie”


Marte is 20 jaar en heeft botkanker gehad. Ze is nog onder controle in het ziekenhuis, druk aan het revalideren en begint voorzichtig haar studie psychologie in Groningen weer op te pakken.


Alsof ik in een film stapte, aan het wachten was op de ‘cut!’ van de regisseur zodat ik van de set af kon stappen, en de ‘oncoloog’ zijn serieuze blik kon zien vervangen door een tevreden glimlach: de draaidag zit erop. Maar de draaidag zat er niet op. In de spreekkamer van de arts was de film was nog maar net begonnen.

Alle clichés zijn waar, ook dat is een cliché, en dus waar. ‘Het is alsof je in een film leeft’, ‘het is alsof je in een trein stapt die niet meer stopt’, ‘het is alsof je in een achtbaan zit’: het zijn allemaal wanhopige pogingen om de rollercoaster waar je in belandt als je kanker krijgt uit te leggen aan je omgeving.

Ik was negentien, had mijn VWO diploma op zak en had een tussenjaar toen alle clichés waar werden

Ik was negentien, had mijn VWO diploma op zak en had een tussenjaar toen alle clichés waar werden. Ik had al een tijdje een bultje aan mijn pols en na maanden aan doorverwijzingen en uitgestelde MRI’s bleek het een kwaadaardige tumor: botkanker, Ewing sarcoom. ‘En actie’: de filmopnames waren begonnen. Een Ewing sarcoom is vernoemd naar de ontdekker van de kankersoort, meneer Ewing. Waarom je je eigen achternaam gekoppeld zou willen hebben aan een levensbedreigende ziekte heb ik nooit begrepen: lopen je nabestaanden voor de rest van hun leven rond met een naam die verwijst naar een allesverwoestende moordenaar. Ik zou dat dus nooit doen. Als ik een kankersoort zou ontdekken zou ik het ‘kutkanker nummer 317’ noemen. Lekker plastisch. Kanker verdient geen vernoeming naar ook maar iets wat op deze mooie wereld lijkt of rondloopt. 

Ik heb elf chemokuren, twee operaties en dertig bestralingen gehad en ik ben in remissie

Het is een druilerige dinsdag en de film is afgelopen. Ik heb elf chemokuren, twee operaties en dertig bestralingen gehad en ik ben in remissie. Toch is het niet zo zwart-wit als het lijkt. Terwijl ik mijn leven als student weer probeer op te pakken lijkt de kanker me maar niet met rust te laten. Al zijn er geen slechtgezinde cellen meer in mijn lichaam te bespeuren, ze hebben wel hun sporen achtergelaten. Ik lig op de bank, omdat ik moe ben van de dag: ik ben van mijn studentenstad Groningen terug naar mijn ouders gereisd en ik ben kapot van de reis. Ik studeer nog voor geen 30% en ook bij mijn bijbaantje loop ik op mijn tandvlees. In de trein raak ik overprikkeld en ik krijg nog steeds opvliegers (ja, echt) van de kunstmatige hormonen. Ook mentaal zit ik er flink doorheen: het lijkt alsof ik nu pas de rust en tijd heb om me langzaam te realiseren wat er in het afgelopen jaar is gebeurd. Mijn lichaam en geest zijn gesloopt, en ik had dat flink onderschat toen ik nog een ‘kanker-newbie’ was. De fixatie op de eindstreep maakte dat het geen seconde tot me doordrong dat het leven na de finish misschien niet zo rooskleurig zou zijn als ik mezelf voorhield. 

Het leven ná kanker is gewoon weer een heel nieuw soort moeilijk

Begrijp me niet verkeerd, ik ben eindeloos dankbaar dat de chemokuren zijn aangeslagen en ik schoon ben (ik vind dat overigens een raar woord: alsof ik met een emmertje sop en een borstel ben schoongepoetst), maar het leven ná kanker is gewoon weer een heel nieuw soort moeilijk.


Je kan Marte en haar leven na kanker volgen op haar Instagram!


Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *