Thirsa heeft in het Beatrixziekenhuis de opleiding gevolgd tot radiodiagnostisch laborant en werkt nu in het Wilhelmina kinderziekenhuis (WKZ) en Prinses Máxima Centrum (PMC). Wat doe je precies als radiodiagnostisch laborant? En hoe bereid ze de kinderen voor op de onderzoeken?
Je werkt als radiodiagnostisch laborant in het Wilhelmina kinderziekenhuis (WKZ) en het Prinses Máxima Centrum (PMC). Wat houdt je werk precies in?
Ik werk inderdaad in het WKZ en het PMC. Ik werk voornamelijk in het WKZ. Daar sta ik, wisselend per dag, op een bepaalde modaliteit ingepland. Je kan onder andere op de “bucky” ingedeeld worden. Dat houdt in dat je röntgenfoto’s maakt. Dit doen we van elk botje in het lichaam. Wel komen er bepaalde foto’s in het WKZ vaker voor dan andere foto’s. Dit komt omdat het WKZ een gespecialiseerd kinderziekenhuis is en je dus vaak meerdere dezelfde vraagstellingen van patiënten krijgt. Als het gaat om een trauma, dus bijvoorbeeld dat een kind is gevallen, dan gaan deze kinderen als eerste naar de spoedeisende hulp, deze is in het UMC. Daarom hebben wij nauwelijks patiënten met een trauma indicatie die voor een röntgenfoto moet. Als basis röntgenlaborant kan je ook ingedeeld worden op de afdeling. Dan ga je met een mobiel röntgentoestel naar verschillende afdelingen in het ziekenhuis om daar röntgenfoto’s te maken. Dit doen we bij patiënten die niet zelf naar onze radiologie afdeling kunnen komen. Ook hebben we de modaliteit “doorlichting”, waarbij we allemaal röntgenfoto’s achter elkaar maken, zodat het een soort filmpje wordt. Met doorlichting maken we veel gebruik van contrast. Door de hoge dichtheid zien we deze stof goed op de röntgenbeelden oplichten. Op deze manier kunnen we goed zien hoe het verloop van contrast in het lichaam is. Verder kan je je ook nog specialiseren in andere modaliteiten. Je kan je bijvoorbeeld specialiseren op de echo, MRI-scan, CT-scan, mammografie, of angiografie.
Heb je een modaliteit die je het leukst of het interessantst vindt en je je misschien ook wel in zou willen specialiseren?
Momenteel ben ik op zoek naar een modaliteit om me in te specialiseren. Ik zat heel erg te twijfelen tussen de mammografie en de CT-scan. Voor nu lijkt mammografie me een leuke specialisatie om me in te specialiseren. Met röntgenfoto’s maken heb je soms erg kort contact met de patiënten. Het leuke van mammografie lijkt me dan ook dat je echt een klein traject ingaat met patiënten en je dus iets langer contact hebt. Voor nu wordt het dus waarschijnlijk mammografie, maar wie weet krijg ik later meer interesse in een andere modaliteit.
Veel mensen die de medische wereld in gaan, kiezen voor studies als verpleegkunde of geneeskunde. Radiodiagnostisch laborant hoor je niet vaak. Hoe ben je bij dat idee gekomen?
Ik ben eigenlijk op dit idee gekomen door een vacature die mijn moeder zag op de site van het Beatrixziekenhuis. Dat is het ziekenhuis waar ik de opleiding heb gedaan en hiervoor heb gewerkt als radiodiagnostisch laborant. Omdat ik vroeger ook wel eens een CT scan en een röntgenfoto heb gehad, wist ik een beetje hoe het kan zijn om zelf patiënt te zijn. Dus leek het mij leuk om dan nu de rollen om te draaien en zelf kinderen op hun gemak te stellen als ze voor een onderzoek komen.
Om radiodiagnostisch laborant te worden moet je een HBO opleiding volgen. Meestal bestaan HBO opleidingen grotendeels uit theorie, met daarbij stages. Deze studie wordt meestal als een inservice opleiding aangeboden, waarbij je dus werkend leert in het ziekenhuis. Waar heb jij voor gekozen?
Ja klopt, deze opleiding kan je ook voltijd in 4 jaar volgen op een HBO school. Ik heb de opleiding inservice gedaan. Dat betekent dus dat ik de opleiding echt vanuit het ziekenhuis heb gevolgd en je dus gelijk al veel in de praktijk bezig bent. Ook duurt de inservice opleiding dus 3 jaar in plaats van 4 jaar. Een jaar korter dus, wat ook wel mijn interesse trok. Ik vond deze manier van opleiden heel erg fijn, omdat ik dus gelijk al zoveel in de praktijk aan het werk was. Zo kon ik de praktijk goed combineren met de theorie en vond ik het veel makkelijker om de theorie te halen. Ik denk dat als ik de voltijd opleiding had gevolgd, dat ik er veel meer moeite mee had gehad. Nog een leuk voordeel van de inservice opleiding vond ik dat ik al geld verdiende, omdat ik ook al zoveel meedraaide op de werkvloer. Zo kon ik zelfs sparen, in plaats van dat ik een studieschuld opliep. Al met al raad ik dus veel meer de in service opleiding aan dan de voltijd opleiding.
Zoals ik al zei, werk je in het WKZ en PMC. Je werkt dus met (jonge) kinderen. Waarom heb je hiervoor gekozen?
Ik werkte hiervoor eerst in een perifeer ziekenhuis. In dat ziekenhuis had je eigenlijk patiënten van jong tot oud; alles kwam voorbij. Dat maakte het werk ook heel gevarieerd. Later kreeg ik meer kriebels om eens te kijken wat ik allemaal nog meer met mijn diploma kon en via via ben ik terecht gekomen bij het UMC. Daar vertelde ze dat ze wel plek hadden in het kinderziekenhuis of op de modaliteit CT-scan. Toen heb ik gekozen voor het WKZ, omdat het mij ook heel leuk leek om meer met kinderen te werken. Het werken met kinderen interesseerde mij, omdat ze vaak zo puur en eerlijk zijn. Kinderen wil je graag de juiste aandacht geven, dat wilde ik ook graag leren, dus vandaar mijn keuze.
Kinderen snappen vaak niet goed wat er aan de hand is en vinden het soms misschien ook eng wat er allemaal gebeurt. Hoe leg je hen dat dan uit en hoe stel je ze gerust?
Wat vaak goed helpt is voordoen wat er gaat gebeuren. Wij als laboranten doen dan voor hoe het kind bijvoorbeeld moet liggen, staan of zitten voor de foto. Zo weten ze wat er gaat gebeuren en kunnen de kinderen de situatie ineens veel beter inschatten. De angst bij de kinderen komt vaak omdat ze niet weten wat er gaat gebeuren. Wat ook goed werkt is, als de kinderen een eigen knuffel mee hebben, om die te gebruiken. Dan doen we vaak alsof we een foto maken van de knuffel. En als de knuffel het kan, dan kan ik het ook, denken ze dan. Dit zijn vaak dingen die wel goed werken.
Omdat je met (jonge) kinderen werkt, heb je ook veel te maken met hun ouders. Die misschien ook soms in spanning zitten. Hoe pak je dat aan?
Klopt, we hebben veel te maken met ouders. Ouders zijn soms juist de key! De ouders kennen hun kind het beste en weten vaak ook het beste wat werkt. De ouders laten we dan dus vaak ook wel bij de onderzoeken. Wel moeten de ouders een loodschort aan tegen de straling, omdat ze anders onnodige straling ontvangen. Omdat wij röntgenlaboranten zijn, mogen wij geen diagnose stellen over de foto’s of ander beeldmateriaal dat wij maken. We kunnen de ouders dan wel gerust stellen in hoeverre dat kan op het gebied van spanning, maar we mogen nooit wat vertellen over de beelden die we maken. Door de ouders ook mee te nemen tijdens het onderzoek en door de ouders alle nodige informatie te geven, kunnen we ze gerust stellen.