Beroepen,  Interviews

Malissa is verpleegkundige in het militair revalidatie centrum: “De kenmerken die álle revalidanten uiteindelijk gemeen hebben, is het feit dat zij revalideren na een ingrijpende gebeurtenis in hun leven”

Malissa werkt inmiddels al bijna 16 jaar als verpleegkundige in het militair revalidatie centrum. Ze ziet hier militairen, maar ook niet-militairen na ingrijpende gebeurtenissen.


Je werkt als verpleegkundige in het militair revalidatie centrum (MRC). Hoe ben je hierbij gekomen?
Het begon allemaal in 2007. Ik was 21 jaar toen mijn opleiding mij een stageplek aanbood in het Militair Revalidatie Centrum (MRC) op landgoed Aardenburg.

Mijn voorkeur was eigenlijk om in een ziekenhuis stage te lopen. Helaas waren er toentertijd maar twee stageplekken in het ziekenhuis vrij en waren deze plekken vergeven aan anderen. Op dat moment kon ik nog kiezen tussen verpleeg- en verzorgingshuizen.

Toen mijn opleiding mij het MRC voorstelde werd ik meteen enthousiast. Ik had immers bijna alle verzorgings- en verpleeghuizen in mijn woonplaats al wel gezien. Het MRC was echt even iets anders. Voor mij toen, en nu nog steeds, een nieuwe uitdaging waar veel te leren valt.

Na het behalen van mijn laatste stage en daarmee de opleiding van verzorgend IG, ben ik eerst een jaartje als uitzendkracht bij het MRC blijven werken. Daarna kreeg ik gelijk een vast contract aangeboden en die kans heb ik met beide handen aangepakt.

In de navolgende jaren heb ik allerlei cursussen gevolgd om mijn kennis te vergroten en heb ik in diverse werkgroepen gezeten. Ook werd ik in de gelegenheid gesteld om verder te groeien binnen dit bedrijf, door de verpleegkunde niveau 4 opleiding te mogen volgen én inmiddels zit ik in mijn afstudeerjaar van hbo verpleegkunde.

Het MRC is mooie leeromgeving en ook nog in een mooi bosrijk gebied. Je hebt allerlei uitdagingen en specialismen waar je mee te maken heb, daarbij is het een enorm vooruitstrevende zorginstelling waar de nieuwste technieken worden gebruikt of zelfs ontwikkeld.

Een revalidatiecentrum wordt vaak onderschat ten opzichte van een ziekenhuis. En ja, in een ziekenhuis liggen de mensen kritischer en daardoor is zorg verlenen soms complex. Maar bij het MRC behandelen wij dezelfde diagnoses en moeten dus dezelfde (basis)kennis beheersen om complexe revalidanten te verzorgen en top kwaliteit te leveren.

Wat houdt je werk binnen het MRC in?
Ik ben verpleegkundige op het verpleegcentrum met specialisatie; ortho, trauma, pijn en neurologie. Daarnaast zit ik in de knowledge broker en Stroke Service Eemland werkgroep.

Hoe ziet een gemiddelde dag er voor jou uit?
Op het verpleegcentrum werken wij met drie diensten; dag-, avond- en nachtdienst.

Een dagdienst start om zeven uur met het bespreken wie op welke kamer staat. Je leest je rapportage, en je bereidt je voor op eventuele MDO besprekingen (multidisciplinair overleg) die tijdens ADL op de planning staan. De medicatieverificatieverpleegkundige regelt de medicatie en alles op dat gebied voor op de dag.

En dan kan de dag echt starten. Iedereen pakt zijn telefoon waar de (nood)bellen op af komen en loop je naar de eerste kamer. Tijdens de ADL ben je samen met de revalidant aan het trainen. Bijvoorbeeld hoe iemand met een CVA zelfstandig zijn trui aan- en uittrekt. Dit kan bijvoorbeeld heel lastig zijn voor iemand die slechts één hand kan gebruiken en/ of een slechte rompbalans heeft ten gevolge van verlamming. Het trainen hangt ook samen met de doelen die de revalidant voor zichzelf heeft gesteld. De revalidanten starten vaak na de ADL met hun therapieën.

Om half 11 hebben wij altijd artsenvisite. Je bespreekt dan de bijzonderheden over de revalidant.

Tussendoor begeleidt je de revalidant naar zijn therapieën, vul je wondverband aan, zorg je dat iemand zijn bijvoeding krijgt, help je de revalidant zonodig met eten en drinken en waak je over bedrust. Want ja, rust is ook therapie! Verder doe je tussendoor allerlei organisatorische dingen op de afdeling.

Met al deze zorg en het leveren van kwaliteit merk je als snel dat de tijd vliegt. Je komt tijd te kort, omdat het zo 15:00 uur is en de avonddienst alweer in startpositie staat. Zodra zij binnenstappen wil je de zorg netjes overdragen door middel van volledige rapportage, duidelijke overdracht, een nette en schone afdeling en last but not least: tevreden revalidanten.

Het MRC is het behandel- en expertisecentrum van Defensie

In het MRC worden voornamelijk militairen behandeld. Waarom is er eigenlijk een apart centrum voor hen en worden ze niet opgenomen in een regulier centrum of ziekenhuis? En wat is het verschil tussen het MRC en bijvoorbeeld de Hoogstraat; een bekend revalidatiecentrum in Utrecht.
Het MRC is het behandel- en expertisecentrum van Defensie op het gebied van revalidatiezorg, arbeidsrevalidatie en orthopedische hulpmiddelen voor volwassen militairen en burgers met allerlei aandoeningen.

Het grootse verschil is tussen het MRC en de Hoogstraat is toch echt dat wij ‘defensie-gericht’ zijn en dus op het behandelen van militairen. Zij zijn namelijk verplicht om bij ons te revalideren, ook als hetgeen waarvan zij revalideren door privéomstandigheden is ontstaan. Overigens komen er inmiddels al jaren lang ook burgers bij ons revalideren. De focus op een breder publiek is er gekomen, omdat er steeds minder uitzendingen waren en steeds minder ’te revalideren militairen’. Daardoor kan iedere Nederlandse burger een mogelijke plek krijgen om een revalidatie traject in te gaan. Voordeel voor hen is dat ook zij mooi gebruik kunnen maken van al die mooie nieuwe en modernste technieken die bij het MRC ter beschikking staan voor alle behandelingen.

Daarnaast werken wij volgens een bepaald voedingsconcept genaamd “GEEF (KR)ACHT” die bestaat uit de schijf van 8 met als doel: beleving, bewustwording en motivatie. Zelf vind ik gezonde voeding heel belangrijk voor de revalidant, omdat het bijdraagt aan hun herstel. En Paresto (cateraar van defensie) geeft dan ook echt smaak aan deze heerlijke maaltijden.

Zoals je al zei, kunnen naast militairen ook niet-militairen bij jullie revalideren. Wanneer komen zij bij jullie terecht?
Wij werken samen met het Meander ziekenhuis in Amersfoort. Het Meander stuurt vaak hun patiënten door die bijvoorbeeld een CVA hebben doorgemaakt.

Afgelopen jaar heeft Defensie ook een samenwerkingsafspraak tussen de NAVO en Oekraïne en komen Oekraïense militairen in het MRC revalideren.

Daarnaast is tegenwoordig eenieder vrij om te revalideren bij het MRC, als daarvoor natuurlijk een indicatie is. Op doorverwijzing van een huisarts of specialist kunnen zorgvragers gerust bij het MRC terecht en hoeft men niet per se iets met defensie te maken hebben.

In Utrecht zit ook het centraal militair hospitaal (CMH). Werken jullie ook daarmee samen?
Dat klopt, wij werken samen met het Centraal Militair Hospitaal (CMH), welke op haar beurt ook nauw samenwerkt met het UMCU. Sommige specialisten van het UMCU opereren patiënten in het CMH en andersom. Er is dus een echte kruisbestuiving om het maar zo te noemen.

Zodra de militairen niet meer ‘kritisch’ liggen en klaar zijn om te gaan revalideren komen ze naar ons in het MRC. Eenmaal in het MRC proberen wij met alle disciplines de militairen weer operationeel inzetbaar te krijgen en maatschappelijk hierin te begeleiden. Voor burgers geldt dat zij op verzoek of na doorverwijzing evengoed bij het MRC een traject in kunnen gaan.

Wat voor trauma’s kom je allemaal tegen?
De revalidanten van het MRC waarmee van doen vallen te classificeren in de volgende categorieën:
– Neurologie (MS, (N)AH, neuropathieën, enz.)
– Orthopedie (totale heup/ knie prothese, amputatie, dwarsleasie, hernia, status na hersentumoren enz.)
– Trauma (Multitrauma, conditioneel defect enz.)
– Pijn

In het begin van mijn MRC carrière lagen alle specialismen door elkaar. Ik vond het toentertijd heel interessant om mensen met allerlei wonden te verzorgen. Van amputaties ten gevolge van een bermbom, verwondingen door ongelukken, sportblessures en meer.

Toen er een reorganisatie kwam, werd de afdeling opgedeeld in 2 ‘gangen’: neuro en ortho/ trauma/ pijn. Ik ben mezelf toen echt gaan specialiseren in voornamelijk mensen met (N)AH door allerlei cursussen te volgen. Ik kan nu wel zeggen dat ik na al die jaren wel een beetje een neuroot ben ;).

Je bouwt op een gegeven moment een band op en je merkt dat tijdens de gesprekken steeds meer puzzelstukjes van het hele verhaal bij elkaar komen

Je gaf zelf het voorbeeld van een trauma ten gevolge van een bermbom. Ik kan me voorstellen dat zo’n trauma heel heftig is om te zien. Hoe ga je daarmee om?
In 2008 gingen veel militairen op missie naar Afghanistan. Jongens die op een bermbom stapten of waarvan hun voertuig daaroverheen reed, overleefden dit vaak niet. Degenen die dit wel overleefden, waren ernstig gewond. Zij kwamen dan uiteindelijk revalideren in het MRC.

Op het moment dat je met zo iemand in gesprek gaat, kun je jezelf niet voorstellen hoe deze ervaring voor hen moet zijn geweest. Ik ben zelf ook geen militair, maar ambtenaar, dus ik heb nooit een uitzending meegemaakt. Het enige wat ik op dat moment dan ook voor hen kon betekenen was een luisterend oor. Je bouwt op een gegeven moment een band op en je merkt dat tijdens de gesprekken steeds meer puzzelstukjes van het hele verhaal bij elkaar komen. En hoe dat voor deze jongens geweest moest zijn die een maatje zijn verloren tijdens deze missie, dat is nauwelijks te omschrijven of omvatten. Hoe dan ook is het respect voor deze jongens groot. Sommige jongens van wie het leven voorgoed veranderde vonden weer een lichtpuntje. Zij stortten zich op de sport en sommigen deden zelfs mee met de Invictus Games. Deze ‘games’ zijn speciaal voor militairen en veteranen die gewond zijn geraakt of die psychische problemen zijn opgelopen. Deze wedstrijd die bedacht is door prins Harry, zorgt ervoor dat gewonden weer vertrouwen krijgen in hun lichaam.

Ik kan me voorstellen dat er ook militairen zijn met psychische problematiek, zoals bijvoorbeeld PTSS. Zie je dat vaak?
Sommige revalidanten die een bepaalde gebeurtenis hebben meegemaakt hebben inderdaad PTSS opgelopen. Dat komt toch wel geregeld voor. Wanneer dit gediagnosticeerd wordt, verwijst onze revalidatiearts hen door naar een psycholoog binnen ons centrum. Er zijn verschillende behandelvormen zoals EMDR therapie en meer conservatieve behandeling zover ik weet. De psycholoog is degene die bekijkt welke behandeling nodig is.

De kenmerken die álle revalidanten uiteindelijk gemeen hebben, is het feit dat zij revalideren na een ingrijpende gebeurtenis in hun leven.

En hoe ziet een gemiddeld revalidatie traject eruit?
Het MRC biedt 3 verschillenden behandelvormen:

1: Dagbehandeling: de revalidant is enkele dagdelen of enkele dagen bij het MRC. De rest van de tijd is de revalidant thuis.

2: De ‘Barak’: in de barak verblijven doorgaans militaire revalidanten intern. In de weekenden gaan zij naar huis.

3: Het Verpleegcentrum: continue zorg. De revalidant gaat niet naar huis, tenzij vergevorderd in het revalidatietraject. Dan zijn weekendverloven mogelijk. In het verpleegcentrum is 24/7 verpleging aanwezig.

Er wordt gewerkt conform een behandelplan, opgesteld bij aanvang van de revalidatie-periode. Het plan wordt opgesteld door de revalidatiearts in samenspraak met de revalidant zelf.

De revalidanten doorlopen allen een revalidatietraject, waarvan de één met grotere stappen dan de ander. Zo is er een verschil tussen de revalidant die bedlegerig is en de revalidant die nog over enige mobiliteit beschikt. Van die laatste groep is er weer een tweedeling tussen afhankelijke zorgvragers (volledige hulp benodigd) versus revalidanten wie volstaan met begeleiding of zelfs enkel toezicht.

Ook valt de mindset van de zorgvragers als ‘kenmerkend’ te classificeren. Er is een duidelijk onderscheid te zien tussen hen die realistisch en gemotiveerd zijn en helaas ook soms de revalidant die de nodige (psychische) tegenslagen krijgt te verduren. 

De kenmerken die álle revalidanten uiteindelijk gemeen hebben, is het feit dat zij revalideren na een ingrijpende gebeurtenis in hun leven. Allen met een bepaald uitzicht op het vervolg van hun leven en waarbij in het MRC de basis hiervoor wordt gelegd. De één met mooie vooruitzichten, de ander helaas genoeg met minder rooskleurige vooruitzichten.

Zo zijn er nog veel verhalen waar we samen met collega’s nog regelmatig over praten en naar terugkijken

Helaas kunnen sommigen nooit meer volledig herstellen. Dat lijkt me voor jou als verpleegkundige ook lastig om te zien. Hoe pak je dat aan?
Het is nooit leuk om iemand niet te zien herstellen. Je wilt namelijk als (multidisciplinair) team dat een revalidant álles eruit heeft kunnen halen en weer naar huis kan.

Vooral wanneer een jong iemand met (N)AH niet naar huis kan, en daardoor misschien ergens intern moet wonen of zelf naar een verpleeghuis moet, grijpt me dat wel aan. Je staat namelijk vol in het leven, dan hoor je daar niet thuis.

Als je een casus hebt wat je aangrijpt, werkt erover praten met collega’s altijd voor mij. Of bij een bepaalde casus kan je er ook voor kiezen om een intervisie/ moreel beraad te organiseren. Niets is goed of slecht, maar je kan wel je verhaal en gevoel kwijt bij je collega’s. Daarnaast leer je er van.

Maar ik kan ook genieten van de kleine mijlpalen. Er was namelijk een keer een revalidant die met Guillain-Barré bij ons lag. Echt een vervelende ziekte. Hij had veel pijn en kon niet lopen. Tussendoor ging ik op vakantie. Eenmaal terug van vakantie liep ik naar deze revalidant en stond in de deuropening, toen hij tegen mij zei: “Malis, blijf daar staan en kijk…”. Vervolgens stond hij op en liep met zijn rollator naar mij toe. Daar kreeg ik wel een traantje van. En zo zijn er nog veel verhalen waar we samen met collega’s nog regelmatig over praten en naar terugkijken.

Eén reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *