Gastblogs

Lotte: “Toen Bibi en ik besloten samen een kind te willen, moest ik even wennen aan het feit dat het meteen een medische, formele kant op ging”


Lotte vertelt openhartig over de kinderwens zij en haar partner Bibi hadden en hoe deze in vervulling is gegaan! Bij een man en vrouw gaat een kinderwens natuurlijk heel anders in vervulling dan bij een lesbisch (of homeseksueel) koppel. Maar hoe gaat zo’n traject in zijn werking? En wat voor invloed heeft dit op je relatie?


Twee vrouwen met een kinderwens.
Ik startte met veel beren op de weg, maar er is ons veel voor de wind gegaan.

Toen Bibi en ik besloten samen een kind te willen, moest ik even wennen aan het feit dat het meteen een medische, formele kant op ging. Twee hetero mensen die samen besluiten een kind te willen, stoppen met de pil of halen een spiraaltje eruit en kunnen starten met de liefde bedrijven.
Bij ons werd het meteen plastischer; je hebt altijd een 3e persoon nodig om je wens te vervullen. De romantische spontaniteit gaat er even af.

We wilden een bekende donor, zodat ons kind/ onze kinderen vanaf jongs af aan weten waar ze vandaan komen

Een zaaddonor
We zijn begonnen met een webinar van Medisch Centrum Kinderwens (MCK). Hierin hoorden we onder andere de verschillende opties met betrekking tot zaaddonoren. Gelukkig waren we het er snel over eens hoe wij ons traject voor ons zagen. We wilden een bekende donor, zodat ons kind/ onze kinderen vanaf jongs af aan weten waar ze vandaan komen. 

IUI traject
Insemineren met een bekende donor kan natuurlijk thuis, maar ook via een fertiliteitskliniek. Onze voorkeur was om dit toch via een fertiliteitskliniek te doen, zodat de dragende moeder en de zaaddonor van tevoren medisch gecheckt worden op erfelijke ziektes, soa’s en vruchtbaarheid. Een motivatie toen was ook om zo wat afstand te creëren. Je hebt elkaar bij de start nodig, maar tijdens het ovuleren van de vrouw hoeft de man niet elke keer ‘op te draven’, omdat het zaad al is opgeslagen in de kliniek. Zo’n traject heet een IUI traject. 

Dat betekende dat ik ons kind zou gaan dragen

De (dragende) moeder
In eerste instantie besloten we dat Bibi ons eerste kind zou dragen. Omdat zij een auto-immuunziekte heeft, moest zij daar wel medicijnen voor afbouwen in samenspraak met de internist. Eigenlijk al vrij snel bij de gesprekken met de internist en de start van de afbouw, voelde Bibi dat ze stress kreeg van de onzekerheden die deze afbouw met zich meebracht. Ze vond het spannend niet helemaal op haar lichaam te kunnen vertrouwen en besloot dat haar draagwens niet zo groot was als het krijgen van een kind. Voor haar is het niet belangrijk dat het kind genetisch op haar lijkt. Dat betekende dat ik ons kind zou gaan dragen. 

We vroegen een vriend van vroeger om zaaddonor te zijn, hij voelde zich vereerd en na twee weken goed nadenken en gesprekken met zijn ouders, besloot hij het traject met ons aan te willen gaan.

Helaas bleek uit dit onderzoek dat onze vriend nauwelijks vruchtbaar was

Vruchtbaarheidsonderzoek
We gingen naar het MCK waar eerst een vruchtbaarheidsonderzoek bij hem en mij gedaan werd. Voor de vrouw betekent dat een inwendige echo waarin ze kijken naar de hoeveelheid ei blaasjes in je eierstokken. Bij de man betekent dit een zaadonderzoek. De man gaat naar de zogeheten ‘herenkamer’ waar hij zijn ’trucje’ in potje doet en afgeeft aan de balie. 

Helaas bleek uit dit onderzoek dat onze vriend nauwelijks vruchtbaar was. Hij had weinig actieve zaadcellen en zijn zaad kwam alleen in aanmerking voor een ICSI traject. Dit is een intensief traject waarin er via hormoonstimulatie bij de vrouw meerdere eitjes tot rijping worden gebracht. We hebben uiteindelijk besloten dit traject niet aan te gaan en opzoek te gaan naar een andere donor.

Nieuwe donor
Gelukkig bood vrij snel daarna Martijn zich aan als donor. We waren heel gelukkig en vonden echt een match in hem. Martijn is een oude middelbare schoolvriend van Bibi, qua karakter en interesses komen er veel eigenschappen overeen. Voor ons belangrijk, omdat we zo wellicht overeenkomsten met Bibi zouden vinden in onze toekomstige kinderen. 

Martijn kon gelukkig erg snel zijn bloed, urine en zaad laten testen. Hier kwamen geen bijzonderheden uit, dus dat betekende dat Martijn officieel kon gaan doneren. Uit zijn donatie werden 9 bruikbare rietjes gehaald die werden ingevroren. 

Daarnaast kregen Martijn, Bibi en ik een gesprek met een maatschappelijk werker. Zij voerde een apart gesprek met Martijn en keek of onze wensen overeenkwamen. 

De inseminatie
Ondertussen hield ik met een ovulatietest bij wanneer ik ovuleerde. Zodra de ovulatietest positief uitsloeg moesten we het MCK bellen en konden we de volgende dag terecht. Als vrouw ben je ongeveer 3 dagen vruchtbaar en is er volgens het MCK de meeste kans op de tweede dag. De dag dat ik een positieve ovulatie test had, belden we Martijn. We besloten met elkaar dat, nu de onderzoeken positief waren, we ook thuis gingen insemineren. Dat betekende dat Bibi diezelfde dag nog met een potje zaad tussen haar borsten naar ons huis fietste om het thuis met een klein injectiespuitje bij mij naar binnen te brengen. We hebben heel classic daarna met mijn benen in de lucht er om gegiecheld.

De volgende dag konden we bij het MCK terecht voor de inseminatie. Ik moest voor de inseminatie een volle blaas hebben zodat de baarmoeder er iets beter voor zou liggen. De arts haalde na een gesprekje een rietje uit de vriezer dat ze in een kleine injectiespuit deed. De hoeveelheid zaad vonden wij echt super weinig maar zij vertelde ons dat er in zo’n klein beetje vloeistof 16 miljoen zaadjes zaten. Doormiddel van een eendenbek bracht de arts het zaad tot aan de baarmoedermond. Hierdoor hoeft het zaad iets minder ver te zwemmen dan bij een normale bevruchting of thuisinseminatie. Ik voelde er verder niets van.

Daarna mocht ik mezelf gelijk aankleden en alles weer ondernemen. Volgens haar waren het omhoog houden van de benen een fabeltje. Ook mocht ik gelijk plassen, wat ik toch nog, ook al zat het tussen mijn oren, even wilde uitstellen. 

Na een dag of 9 wist ik het al: ik was zwanger

Zwangerschapstest
Na een dag of 9 wist ik het al: ik was zwanger. Ik had mega pijnlijke gevoelige borsten en voelde me steeds wat licht in mijn hoofd. Bibi geloofde er niks van. Het zou ook wel heel bizar zijn als je meteen bij de eerste poging zwanger zou zijn. Maar toen we na 14 dagen een zwangerschapstest deden, stond het er echt: ‘1-2 weken ZWANGER’. We zijn naar Martijn zijn huis gegaan en vertelde hem en zijn vriendin dat ik zwanger was. Ze waren super blij voor ons.

Donorcontract
Tijdens de zwangerschap hebben we een donorcontract opgesteld en hebben we dit vastgelegd bij de notaris. Iets wat je natuurlijk eigenlijk beter kunt doen voor je zwanger bent, maar bij ons is alles zo voorspoedig gegaan. Dat hadden we eigenlijk niet verwacht. In zo’n contract stel je omgangsregelingen vast, maar bijvoorbeeld ook dat Martijn medisch en financieel niet verantwoordelijk is voor onze kinderen. Stel dat ons kind een nieuwe nier nodig heeft, dan kunnen we niet van hem eisen dat hij zijn nier afstaat. Ook lieten we er in vaststellen wat er gebeurt met de kinderen als wij zouden komen te overlijden. 

Inmiddels zijn we 2 kinderen rijker

2 kinderen
Inmiddels zijn we 2 kinderen rijker. Onze zoon Sef is inmiddels 4 en lijkt wonderlijk heel veel op Bibi. Zo zie je maar wat ‘nurture’ allemaal kan doen.

Onze dochter Lux, die veel op mij lijkt, wordt in oktober 3. Martijn is ook de zaaddonor van Lux. Bij haar hebben we het alleen met thuisinseminatie gedaan en ook bij haar was het de eerste keer meteen raak. We hebben dus heel veel geluk gehad en die ‘beren op de weg’ waren in mijn geval dus nergens voor nodig.

Martijn heeft zelf ook twee kinderen van dezelfde leeftijd. We zien elkaar eens in de 3 maanden ongeveer en houden elkaar op de hoogte via WhatssApp. Ook gaan we ieder jaar met elkaar op wintersport in februari. Dat is natuurlijk ontstaan en is niet iets wat we van tevoren hebben afgesproken. We zijn vrienden die kinderen hebben in dezelfde leeftijd waardoor we hetzelfde meemaken en het leuk is dat met elkaar te delen en van elkaar te herkennen. Sef en Lux noemen Martijn soms papa en soms Tijn. Ook dat is zo ontstaan en is geen bewuste keuze geweest.

Wel hebben we bewust al vanaf baby af aan tegen hen gezegd dat Martijn hun vader is en ons zaadjes heeft gegeven. We vinden het belangrijk dat onze kinderen weten waar ze vandaan komen en wellicht herkenning vinden. Laatst vroeg een kind in de speeltuin aan Sef waar zijn papa is. Sef zijn antwoord was: “Mijn papa woont bij Bodhi en Zaja, ik woon bij mammie en mama”. Wat ons betreft een prachtig antwoord. 


Je kan Lotte en haar gezin volgen op Instagram!


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *