Meike is werkzaam als highcare neonatologieverpleegkundige in het Wilhelmina Kinderziekenhuis (WKZ). Na het afronden van haar verpleegkunde opleiding, startte ze al na een halfjaar met de specialisatie tot obstetrieverpleegkundige. Inmiddels is ze highcare neonatologieverpleegkundige. Ze vertelt over haar weg naar deze functie en wat voor kindjes, aandoeningen en handelingen hierbij horen.
De verpleegkunde is onwijs breed en je kan heel veel kanten op. Wanneer wist jij dat je de kant van kinderen/ pasgeborenzorg op wilde?
Eigenlijk wist ik van jongs af aan al dat ik de kant van de verloskunde en baby’s op wilde. Als klein meisje keek ik al bevallingen op televisie. Ook heb ik zwangere vrouwen altijd bijzonder gevonden.
Na het behalen van mbo verpleegkunde heb ik een halfjaar op de verpleegafdeling interne geneeskunde gewerkt en toen kwam er een vacature voor de opleiding obstetrieverpleegkundige. Ik heb gelijk gesolliciteerd en was dolblij dat ik aangenomen was, dit was namelijk echt mijn droom. De opleiding had ik namelijk tijdens mijn opleiding al opgezocht.
Tijdens de opleiding tot obstetrieverpleegkundige kwam ik erachter dat de neonatologie misschien wel nog beter bij mij paste. Toen ik namelijk stage ging lopen op de neonatologie wist ik zeker dat ik na de obstetrie ook de opleiding neonatologie wilde gaan doen. Ook zeiden meerdere collega’s dat ze de neonatologie goed/ beter bij mij vonden passen.
Na het afronden van de verpleegkunde opleiding ben je gaan werken als verpleegkunde verloskamers en kraamafdeling. Hier zorgde je voor zwangeren, barenden, kraamvrouwen en pasgeborenen. Hoe heb je deze tijd ervaren?
Ik heb deze tijd als heel bijzonder en leerzaam ervaren. Ik vond de opleiding heel interessant en leuk. Ik ben daar begonnen als verpleegkundige die net een halfjaar gewerkt had op een verpleegafdeling (interne geneeskunde) waar ik het echt niet naar mijn zin had gehad en waardoor ik vrij onzeker was geworden in het werk als verpleegkundige.
Ik kijk terug op de periode bij Geboortezorg in het St. Antonius ziekenhuis Leidsche Rijn als een periode waarin ik de ruimte en veiligheid heb gekregen om te groeien als (obstetrie)verpleegkundige. Ik ben mijn collega’s en praktijkbegeleiders van daar nog steeds zo dankbaar dat ik daar zo veel geleerd heb.
Ik heb in totaal 3 jaar gewerkt bij Geboortezorg, waarvan 1 jaar als obstetrieverpleegkundige.
Hoe zag de specialisatie tot obstetrieverpleegkundige eruit?
De opleiding is werkend leren. Ik had een contract van 32 uur per week en daarnaast deed ik de opleiding aan de Amstelacademie in Amsterdam. We hadden lesblokken van steeds een week/ anderhalve week. Het lesblok begon dan met een toets over de theorie van het vorige lesblok.
Je wordt heel specialistisch en praktisch opgeleid, waarbij je theorielessen krijgt van bijvoorbeeld gynaecologen, kinderartsen en kindercardiologen. Ik vond deze lessen daarom echt mega interessant omdat de theorie altijd werd gekoppeld aan ervaringen in de praktijk. Dus door voorbeelden uit de praktijk werd de theorie ook duidelijker.
Ook was de opleiding wel praktisch, zo weet ik nog dat we met een soort ‘nep vagina’ konden oefenen hoeveel ontsluiting we voelden (dit doet de verloskundige altijd, maar om te snappen hoe dat voelt mochten wij dit ook ervaren). Verder hebben we ook tijdens de opleiding scenariotraining gehad, waarbij je veelvoorkomende complicaties oefent, zoals een fluxus bij een kraamvrouw.
De handelingen leer je met name op de werkvloer, zoals het assisteren van de anesthesist bij het plaatsen van een epiduraal, het aansluiten van het CTG, het eenmalig katheteriseren en handmatig de tensie meten.
Dingen als bijvoorbeeld het beoordelen van CTG’s leerde je zowel op de academie aan de hand van theorie, maar ook zeker in de praktijk op de werkvloer.
Ik heb uiteindelijk 17 maanden over de opleiding gedaan, omdat ik een halfjaar verlenging had gekregen. Ik had gewoon wat meer tijd nodig, maar dit heeft mij juist heel goed gedaan. Gemiddeld duurt de opleiding bij 32 uur werken 15 maanden.
Als algemeen verpleegkundige mag je bijvoorbeeld niet zelfstandig de verloskundige assisteren bij een bevalling, omdat je gewoonweg de kennis nodig hebt wat er nodig is bij een partus aan coaching, materialen, eventuele medicatie en je ook de ‘feeling’ moet krijgen hoe je op welk moment een barende goed kan coachen.
Na drie jaar besloot je je nog verder te willen ontwikkelen en specialiseren en koos je de kant van de neonatologie; de zorg voor zieke of vroeggeboren (premature) baby’s. Wat vind je zo leuk aan deze doelgroep?
Ik ben gewoon dol op baby’s. Ik vind het zo bijzonder om te mogen werken met deze kwetsbare doelgroep en te zorgen voor het meest kostbare bezit van ouders, namelijk hun kindje.
Het geeft ook heel veel voldoening om ouders te begeleiden in het zorgen voor hun kindje. Soms ligt een kindje lang opgenomen op de highcare en later eventueel de mediumcare. Dan zie je ouders groeien in de zorg voor hun kindje en je ziet het vertrouwen van ouders ook groeien. Het vertrouwen dat hun kindje stappen aan het maken is richting een perifeer ziekenhuis of zelfs naar huis.
Ook vind ik het mooi als je ouders kan helpen om meer vertrouwen te krijgen in hun kindje en in dat hun kindje het echt steeds beter doet. Soms hebben ouders namelijk echt weken in een hele spannende rollercoaster gezeten waarbij een kindje ook (meerdere keren) heel ziek is geweest.
Tot slot ben ik dus zoals ik zei dol op baby’s. Ik vind het ook veel voldoening geven als ik een huilende baby kan troosten of dat een baby na een bepaalde interventie een stuk stabieler is en ontspannen ligt te slapen in een heerlijk opgemaakt bedje. Zo hebben veel prematuren door onrijpe darmen moeite met het lozen van ontlasting en hebben ze vaak last van lucht in hun buikje door de ademhalingsondersteuning waarbij er ook lucht in het maagdarmstelsel komt. We zijn vaak bezig met het masseren van buikjes en soms een canule of een klysma geven. Dit klinkt heel gek, maar het is heel fijn als een baby dan heel veel gaat poepen omdat dit een baby ontzettend op kan luchten.
Ook binnen de zorg voor pasgeboren kan je nog verschillende kanten op. Zo kan je je bijvoorbeeld specialiseren tot IC neonatologieverpleegkundige of highcare neonatologie verpleegkundige. In eerste instantie koos jij voor de IC, maar uiteindelijk werd dit de highcare. Van waar deze keuze?
Ik ben inderdaad begonnen met de opleiding tot IC neonatologieverpleegkundige. Ik mocht op dat moment gelijk de IC opleiding gaan doen, omdat ik obstetrieverpleegkundige ben. De IC vond ik heel interessant en ik besloot deze uitdaging aan te gaan. Inmiddels is dit volgens mij niet meer zo in mijn ziekenhuis (dat je vanuit obstetrie gelijk door mag).
Ik kwam er tijdens de opleiding achter dat ik de IC mega interessant vond en nogsteeds vind, maar de stap was voor mij te snel en te veel vanuit de obstetrie. Het is een pittige opleiding en ik merkte dat ik er nog niet klaar voor was en dat ik mezelf op dit moment meer een highcare neonatologieverpleegkundige vind.
Ik heb zelf de keuze gemaakt om te stoppen, en dit voelde gelijk heel goed. Ik kon gelukkig gelijk door met de highcare neonatologie opleiding, omdat je met dezelfde theorie en modules begint. Deze had ik inmiddels afgerond (de theorie, de toets) en daardoor was ik vrij snel klaar met de highcare neonatologie.
De highcare neonatologie spreekt mij nu meer aan, omdat ik er echt blij van word als een kindje het steeds beter gaat doen en mooie stappen maakt. Zoals bijvoorbeeld naar minder intensieve ademhalingsondersteuning, of als een kindje van een couveuse naar een bedje gaat en voor het eerst kleertjes aan krijgt. Ik ben dan gewoon echt trots.
Ook vind ik soms wat actie ook leuk/ interessant aan mijn werk. Een kindje kan snel opknappen, maar ook heel snel ziek worden. Als een kindje ziek wordt op de highcare moeten wij snel handelen, zoals ademhalingsondersteuning intensiveren, snel antibiotica maken en geven, snel parenterale voeding maken/ infusen maken, enzovoort.
Wat zijn de grote verschillen en overeenkomsten tussen het werken op de highcare en de IC?
Ik denk dat het grootste verschil is dat je op de IC zorgt voor neonaten die aan de beademing liggen. Ook is de IC heel technisch, je werkt met veel apparatuur; veel infuuspompen met veel slangetjes (die je uit elkaar moet houden, overzicht houden), veel piepjes, alarmen.
Op de IC liggen kinderen vanaf 24 weken en als IC neonatologieverpleegkundige ga je ook mee naar de opvang van neonaten als dit nodig is. Dus het opvangen van een kindje dat net vaginaal of per sectio geboren is.
Op de highcare in mijn ziekenhuis hebben wij soms ook jonge neonaten liggen van 28 weken, deze kindjes moeten dan wel stabiel genoeg zijn voor de highcare.
Het werken op de highcare in mijn ziekenhuis vind ik wel heel leuk, omdat wij vrij snel neonaten van de IC krijgen. Als de soms nog erg jonge neonaat stabiel genoeg is, komt hij over naar de highcare. Ook liggen bij ons weleens kinderen met aangeboren afwijkingen die soms ook heel zeldzaam kunnen zijn. Dat vind ik leuk aan het werken in een academisch ziekenhuis. Ook krijgen wij soms ook hele kleine neonaten van nog geen kilo.
Tot slot is het WKZ gespecialiseerd in neurologie. Zo komen er weleens kinderen uit bijvoorbeeld Zwolle voor het plaatsen van een Rickhamdrain en mogen wij als verpleegkundigen (indien bekwaam en bevoegd) ook puncteren.
Hoe zag de specialisatie naar highcare neonatologie verpleegkundige eruit?
De specialisatie tot highcare neonatologie verpleegkundige is vergelijkbaar met bijvoorbeeld de specialisatie obstetrie. Je werkt aan de hand van een contract, dus bijvoorbeeld 32 uur of 36 uur. Daarnaast heb je lesdagen waarin je les krijgt van collega’s; kinderartsen, neonatologen, neonatologieverpleegkundigen, enzovoort. Tijdens mijn opleiding hadden we een theorie gedeelte die we moesten afronden met een grote toets. In de praktijk moet je ook dingen laten aftekenen op het niveau dat je een handeling of zorgsituatie zelfstandig kan uitvoeren.
Je wordt heel specialistisch opgeleid, je begint met een soort basis module. Je leert dan alles rondom de zorg voor de pasgeborene. Deze theorie wordt verder uitgebreid naar de zorg voor de prematuur en de zorg voor neonaten met aangeboren afwijkingen en alles wat daarbij komt kijken aan bijvoorbeeld orgaansystemen, ziektebeelden, aangeboren afwijkingen, stofwisselingsziekten, enzovoort.
Specifieke handelingen die wij mogen uitvoeren zijn bijvoorbeeld het inbrengen van naaldjes subcutaan voor neuromonitoring (CFM apparaat), het puncteren van hersenvocht uit de Rickhamdrain, het plaatsen van een duodenumsonde, het verzorgen van een stoma en reinfuseren (je haalt dan ontlasting uit stomazakje en dat reinfuseer je in het fistel terug, zodat het deel darm dat los is gemaakt van het andere deel darm weer kan wennen aan ontlasting, darmen op gang brengen/houden), (dieper) uitzuigen van de keel. Ook leer je tijdens de specialisatie wat je bijvoorbeeld moet doen bij een hartslagdaling.
Zoals ik eerder zei, zijn wij gespecialiseerd in de neurologie. Daarom voeren wij als verpleegkundigen ook rickhampuncties uit en werken wij regelmatig met CFM en de NIRS (neuromonitoring).
Wat zijn, voor jou, de grootse verschillende en overeenkomsten tussen je eerdere werk als obstetrieverpleegkundige en nu als highcare neonatologie verpleegkundige?
De overeenkomst is denk ik dat je bij beide specialismen met (toekomstige) ouders samenwerkt. Je begeleidt als obstetrieverpleegkundige een zwangere en haar partner tijdens een spannende zwangerschap, je begeleid de barende en partner tijdens de (spannende) bevalling en je begeleid ouders bij het nieuwe ouderschap en het hebben van een pasgeborene die een schone luier nodig heeft en aan de borst wil drinken/ eerste flesje gaat krijgen.
Bij de neonatologie ben je natuurlijk ook continu bezig met het begeleiden en ondersteunen van ouders.
Het grote verschil is denk ik dat het zorgcontact als neonatologieverpleegkundige vaak langer is. Soms liggen kinderen maar kort in ons ziekenhuis, omdat als kinderen een bepaald gewicht en/ of leeftijd hebben bereikt en hebben zij in principe geen academische zorg meer nodig; dan gaan zij naar en perifeer ziekenhuis zo dicht mogelijk in de buurt van ouders.
Maar vaak hebben wij ook kinderen liggen die lang bij ons op de afdeling liggen en dan bouw je echt een band op met de ouders.
Als obstetrieverpleegkundige gingen de meeste ouders na maximaal een paar dagen naar huis.
Ook vond ik het werken als obstetrieverpleegkundige vaak best hectisch. Baby’s worden geboren wanneer zij willen haha, dus dat maakte dat ik soms bijna geen tijd had voor een kraamvrouw en de pasgeborene als ik druk was met een bevalling een paar deuren verder. Dat vond ik soms wel lastig.
Op de neonatologie kan het zeker ook heel druk zijn, maar toch heb ik wel het gevoel dat ik vaak wel meer tijd heb voor ouders en dat geeft mij dus ook meer voldoening.
Je ziet dagelijks kindjes die bijvoorbeeld veel te vroeg geboren zijn of ernstige aangeboren afwijkingen hebben en ouders die natuurlijk een onwijs heftige tijd meemaken. Hoe ga je hier zelf mee om?
Voor mij zijn de slangetjes, de monitor, de alarmen een soort ‘normaal’. Ik ben er wel aan gewend. Maar ik besef mij ook goed dat dit voor ouders en bijvoorbeeld bezoek (familie en vrienden) van ouders als heel heftig wordt ervaren, want het ziet er ook heftig uit. Het is ook heftig. Ik probeer dan ook altijd als ouders bijvoorbeeld voor het eerst op de afdeling komen om hun kindje te zien na de bevalling heel goed uit te leggen wat het allemaal is.
We hebben soms zeker heftige casussen die mij dan ook bijblijven en die ik niet zomaar zal vergeten. Ik ga hier zelf mee om door het er veel met collega’s over te hebben, maar soms ook met goede vrienden. Ook helpt het na een heftige dienst waarbij er iets verdrietigs is gebeurd om een stuk te wandelen of te sporten om mijn hoofd leeg te maken.
Op de IC overlijden helaas vaker neonaten. Dit is misschien ook wel een reden dat ik daar nu niet wil werken, omdat ik dat ook best heftig vind.
En zeker, sommige kinderen en ouders zal ik gewoon nooit vergeten en soms denk ik nog weleens aan bepaalde kinderen en/ of ouders en vraag ik mij af hoe het met hen gaat. Maar ik ben ook in staat om het op gegeven moment los te laten, omdat ik denk dat als dat niet lukt je dit werk ook niet gaat trekken.
In januari staat je een nieuw avontuur te wachten: je gaat voor een jaar werken als highcare neonatologieverpleegkundige op Curaçao! Hoe ben je bij dit idee gekomen?
Ik wil eigenlijk al jaren weer een keer wonen in het buitenland. Ik heb drie keer in het buitenland gewoond voor 5 maanden: vrijwilligerswerk toen ik 18 was in Costa Rica en stage in Berlijn en Tanzania voor mbo-V. Sindsdien is het altijd wel blijven kriebelen.
Ik hield de vacature van het detacheringsbureau TMI al een tijdje in de gaten. Toen ik zag dat de vacature ging sluiten heb ik snel een sollicitatiebrief gestuurd.
Ik wilde eigenlijk over ongeveer een jaar pas naar Curacao (juli 2025). Maar nu ga ik over een halfjaar en zelfs voor een jaar lang.
Het lijkt me juist heel gaaf om een keer langer in een ander land te wonen en werken, omdat ik hoop dat ik in een jaar tijd echt kan integreren in een team op een afdeling, de cultuur en het leven daar.
Ik ben ook heel benieuwd hoe er daar gewerkt wordt op de NICU en het lijkt me heel mooi als we van elkaar zouden kunnen leren in de zorg voor de prematuren.
Je gaat geen uitdagingen of avonturen uit de weg. De vervolgopleidingen obstetrie en highcare neonatologie heb je achter de rug en in januari ga je naar Curaçao. Heb je nog plannen voor de toekomst?
Ik loop nu weer een soort stage op de IC, omdat het de bedoeling is dat de highcare en IC straks samen gaan en één grote afdeling wordt. Wij verzorgen dan als highcare verpleegkundigen de ‘highcare patiënten’ en ondersteunen de IC collega’s. Ik merk nu wel weer hoe interessant ik de IC vind. Misschien ga ik ooi in de toekomst alsnog de opleiding tot IC neonatologieverpleegkundige doen. Ook lijkt mij kinderoncologie nog wel interessant en heb ik dat ook altijd interessant gevonden. Dus, wie weet!