Jojanneke (39) jaar werkt inmiddels 11 jaar als huisarts in Den Haag. Naast dat ze in de huisartsenpraktijk haar patiënten ziet, heeft ze ook regelmatig dienst op de huisartsenpost.
Het is middernacht en mijn nachtdienst start. Ik heb visitedienst en bezoek de patiënten die te ziek zijn om zelf naar de huisartsenpost toe te komen. Ik krijg daarbij hulp van een mobiel assistent, die mij zowel medische ondersteuning geeft als ervoor zorgt dat ik veilig op elk adres aankom.
Zo’n nachtdienst heeft altijd wat magisch. Rondrijden in een lege stad, de zon op zien komen en de wereld om je heen wakker zien worden. Maar er is ook een keerzijde van een nachtdienst. Veel ernstige dingen gebeuren juist in de nacht; hartinfarcten, valpartijen, herseninfarcten, noem maar op.
Bij de eerste melding zijn we dan ook direct alert: een oudere man heeft gebeld, omdat hij niet meer kan lopen. De patiënt is alleen thuis. Er is wel iemand met de sleutel, maar hij weet niet precies te vertellen wie. Omdat het aan de telefoon onduidelijk blijft wat er precies aan de hand is krijgen wij het verzoek om te gaan kijken. In de auto nemen we de opties door wat we doen als de patiënt niet opendoet; bellen we om 1 uur ’s nachts bij de buren aan of laten we de politie komen?
Eenmaal ter plaatse schrikken we als binnen 5 seconden na de deurbel de deur openvliegt. Na een warm welkom word ik enigszins naar binnen gecommandeerd. Meneer heeft dorst en lust wel een glaasje water. Kan ik – vrouw, jong en zonder grijze haren – die niet even voor hem halen? Oh, en kan ik ook het licht uitdoen in de gang? Daar is immers niemand. Ondertussen hoor ik de patiënt druk kletsen met mijn collega mobiel assistent -man, grijs en 50 plus -.
Terug bij de patiënt, mét een glas water, vraag ik de mobiel assistent om alvast wat controles te doen. Ondertussen probeer ik wijs te worden uit de klachten van de patiënt. Wat nog een hele klus blijkt, want op elke vraag is het antwoord: ‘ja’. Ik verricht algemeen lichamelijk onderzoek en bekijk de benen, maar kom tot de conclusie dat hier weinig spoedeisends aan de hand is.
Als ik mijn handen aan het wassen ben in de badkamer hoor ik de patiënt tegen mijn collega zeggen: ‘Toch fijn dat u tijd heeft gemaakt om mij te bezoeken. Ik had al de hele week niemand gesproken en daar knapt een mens gelijk van op’. De patiënt blijkt erg eenzaam te zijn. Van een afstandje laat ik ze nog even samen wat kletsen.
Als we een melding van een nieuwe visite krijgen wenk ik de mobiel assistent dat we verder moeten. De man kijkt mijn collega dankbaar aan en zegt: ‘Dank u dokter. Er zijn nog maar weinig dokters die zó de tijd voor een patiënt nemen’. En tegen mij: ‘U ook bedankt zuster. Haalt u nog wat water voor mij?
Met een grote glimlach rijden we de hele nacht rond. Dokter of zuster, wat maakt het eigenlijk uit. We zijn een team en we helpen de patiënten sámen.
Je kan Jojanneke volgen op haar Instagram! Op haar Instagram deelt ze betrouwbare medische informatie.