Twee jaar geleden waren Marlie en Marie-Anna beiden nog in opleiding tot verloskundige in België. Nu zijn ze beiden afgestudeerd! Marlie werkt inmiddels als eerstelijns verloskundige en Marie-Anna als tweedelijns verloskundige.
Je kan het vorige verhaal van Marlie en Marie-Anna hier lezen!
Inmiddels zijn jullie beiden afgestudeerd en werkzaam als verloskundige! Hoe hebben jullie de opleiding (in België) ervaren?
Wij hebben beiden de opleiding als positief en fijn ervaren. Het was voor ons beiden dichtbij huis waardoor wij thuis konden blijven wonen. Dit maakt het fijn omdat je lange dagen maakt, soms van 8:30 uur tot 18:00 uur. Dan is het fijn als je thuis kan komen en kan aanschuiven met avondeten. Wij konden ook vaak samen rijden, wat ook altijd heel gezellig was!
Het Belgische systeem is vrij schools, wat betekent dat er veel lessen waren, en daarnaast nog zelfstudie. Voor ons werkte dit fijn omdat je echt alle kennis kon opdoen en veel vragen kon stellen. Wel is het zo dat je voornamelijk de Belgische protocollen en werkwijze leert. Het Nederlandse stuk zal je zelf moeten bestuderen en je in moeten verdiepen.
Blij dat de periode van uren studeren en leren erop zit, maar wel jammer dat de gezellige ritjes naar school en samen studeren er niet meer is!
Wat een vroedvrouw doet in België is qua taken en verantwoordelijkheden niet te vergelijken met de rol van een verloskundige in Nederland.
Jullie hebben beiden een baan gevonden in Nederland. Is dit (erg) verschillend van België?
De verloskunde in België en Nederland zijn in de praktijk echt twee verschillende werelden. Niet alleen de protocollen verschillen, maar ook het beroep zelf: wat een vroedvrouw doet in België is qua taken en verantwoordelijkheden niet te vergelijken met de rol van een verloskundige in Nederland. Zo komt een gynaecoloog in België vaak het laatste stukje van de geboorte begeleiden en hechten. In Nederland mag je als verloskundige bevallingen zelfstandig uitvoeren en alleen bij complicaties komt een gynaecoloog in beeld.
Een groot ander verschil is dat in Nederland een verloskundige meer thuisbevallingen doet, dit is in België nog niet veel voorkomend.
De theoretische basis is wel ongeveer hetzelfde, maar het verschil zit dus vooral in de uitvoering. Een tip van ons is dan ook om tijdens je opleiding stage te lopen in Nederland. Op deze manier leer je meteen werken volgens Nederlandse protocollen en word je uitgedaagd in zelf beleid maken en geboortes begeleiden, wat je in België dus minder ziet.
Nog voordat ik aan de opleiding begon, wist ik al dat ik in de eerste lijn wilde werken.
Marlie
Binnen de verloskunde kan je diverse kanten op. Jullie hebben ieder voor een andere kant gekozen. Marlie is werkzaam als eerstelijns verloskundige in een verloskundigenpraktijk en Marie-Anna is tweedelijns verloskundige in het ziekenhuis. Waarom hebben jullie hiervoor gekozen?
We denken dat je altijd al een soort voorgevoel hebt tijdens je stages of misschien zelfs al voordat je gaat starten met de opleiding. Tijdens de stages kan je echt ervaren welke werkwijze past bij mij, en waar voel ik mij vertrouwd bij.
Marlie: Nog voordat ik aan de opleiding begon, wist ik al dat ik in de eerste lijn wilde werken. Dat gevoel was meteen heel sterk en werd tijdens de stages alleen maar bevestigd. Ik voel me ook echt een eerstelijns verloskundige, al is dat lastig precies uit te leggen waarom… Wat mij aanspreekt is dat je zwangeren en hun partners begeleidt in het hele proces van de zwangerschapswens tot aan het kraambed. Ik haal er plezier uit om tijdens spreekuren informatie te geven en even de tijd te nemen voor een praatje. Het gaat niet alleen om controles, maar ook om het mentale stuk tijdens het spreekuur, bij de bevalling en in het kraambed.
Marie-Anna: Ik heb persoonlijk gekozen voor werken in het ziekenhuis omdat ik tijdens mijn opleiding merkte dat ik pathologie een uitdaging vind. Het nadenken over hoe bepaalde dingen gebeuren in het lichaam en waarom bijvoorbeeld de ene baby wel makkelijk geboren wordt en de andere baby voor de moeilijkere weg kiest. De eerste lijn (stage) vond ik persoonlijk minder fijn, het oproepbaar zijn vond ik tijdens mijn stage onrustig. Het altijd beschikbaar zijn en aanstaan. In het ziekenhuis sta je natuurlijk ook aan, en komt er van alles tijdens de dienst voorbij. Maar als mijn dienst klaar is, ben ik ook klaar met werken. Het is iets meer afgebakend dan in de eerste lijn.
Vaak denken mensen dat je vooral bevallingen begeleidt, maar ik zie in het ziekenhuis ook mensen in de zwangerschap op spreekuur, voer controles uit tijdens de zwangerschap, zie mensen voor na controles en zie mensen in het kraambed. Alleen dit alles in het ziekenhuis, in plaats van bij mensen thuis.
Marlie: Als eerstelijns verloskundige werk je in principe alleen. Je begeleidt zelfstandig bevallingen, doet alleen spreekuren en gaat alleen op visite. Vond of vind je dat soms spannend?
Klopt, als eerstelijns verloskundige werk je technisch gezien zelfstandig, maar gek genoeg voelt dat nooit echt zo. Je bent bijna altijd samen met een kraamverzorgster en komt in gezinnen die je meestal heel warm ontvangen. Je neemt zelf beslissingen, maar als er twijfel is, kun je altijd overleggen met een andere (klinisch) verloskundige of gynaecoloog.
Marie-Anna: als tweedelijns verloskundige werk je in een multidisciplinair team. Denk hierbij aan (obstetrie)verpleegkundigen, verloskundigen en artsen. Hoe gaat dat in zijn werk? En hoe ziet de taakverdeling eruit?
Het klopt dat wij in het ziekenhuis werken met een taakverdeling. Bij ons in het ziekenhuis is het zo dat er per dienst één verloskundige werkt. De verloskundige vangt dus alle zwangeren op die tijdens de dienst komen voor controles, spoed en bevallingen. Daarnaast is er tijdens de dienst een obstetrie-verpleegkundige die mij ondersteunt. Die komt bijvoorbeeld assisteren tijdens een bevalling, of helpt mij bij spoed. In principe werk ik dus zelfstandig met hulp waar nodig. Op de achtergrond werkt de gynaecoloog van dienst. Dus mocht er spoed zijn of een slecht CTG van de baby dan kan ik de gynaecoloog bellen voor assistentie.
De verpleegkundige pakt de baby niet aan, maar helpt wel mee met het begeleiden van de bevalling; het coachen tijdens het persen, vangt de baby op na de geboorte, de mama helpen met de eerste voeding. En niet te vergeten, als er complicaties optreden, ben is de verpleegkundige de rechterhand van de verloskundige!
Zoals ik al eerder benoemde, hebben jullie de opleiding in België gevolgd, maar zijn jullie nu werkzaam in Nederland. Vanwaar die keuze? En hoe was het om hier een baan te vinden en aan de slag te gaan?
De keuze om in Nederland te gaan werken hadden wij beide al bepaald voordat we aan de opleiding begonnen. Marlie wilde graag als eerstelijns verloskundige werken en Marie-Anna in het ziekenhuis. De optie om in België te gaan werken hebben wij beide niet als optie gezien.
Om hier aan de slag te gaan, zijn wij beide begonnen met het zoeken van stages in het eerste jaar van de opleiding. Direct zoeken naar Nederlandse plekken voor stage om die ervaring op te doen. Dit om ervaring op te doen en ook zelfvertrouwen op te bouwen richting het vak verloskunde.
Daarnaast hebben we beiden een kort inwerk traject gevolgd. Voor ons was dat vooral even inkomen in bijvoorbeeld administratie en een achterwacht hebben, zodat je nog vragen kunt stellen. We zijn beiden direct begonnen met werken, en hebben dus niet eerst een onbetaalde/ betaalde stage gedaan om nog meer vertrouwen op te bouwen in het vak.
Wat ik het allerbelangrijkste vind in het vak is het krachtig laten voelen van vrouwen.
Marie-Anna
Wat zijn tot nu toe jullie hoogtepunten als verloskundige?
Marlie: Voor mij is eigenlijk elke dag op zijn eigen manier bijzonder. Ik haal veel voldoening uit het werk omdat je er echt kunt zijn voor mensen op misschien wel een van de kwetsbaarste momenten in hun leven, want: hallo hormonen en onzekerheid. Door tijd te nemen en met geduld dingen uit te leggen, zie je ouders in negen maanden groeien richting het ouderschap. Als je ze dan bij de nacontrole ziet stralen met hun pasgeborenen, dan denk ik elke keer weer: wat heb ik toch een mooi en bijzonder vak.
Marie-Anna: Poeh, dat is een moeilijke vraag, het zijn er zoveel. Voor mij zijn heel veel bevallingen hoogtepunten. Het moment dat je het koppel ziet stralen wanneer ze hun eigen wondertje mogen aanpakken is magisch en went nooit. Wat ik het allerbelangrijkste vind in het vak is het krachtig laten voelen van vrouwen. Dit zal ik dan ook altijd proberen te waarborgen.
Elke stap die je zet, brengt je dichterbij je droom: verloskundige worden.
Hebben jullie tips voor verloskunde studenten?
Jazeker hebben wij tips!
Ten eerste, eigenlijk een moed inbrenger. Onthoud: hoe zwaar de opleiding soms ook voelt en hoe pittig bepaalde momenten ook zijn, blijf onthouden dat het tijdelijk is. Elke stap die je zet, brengt je dichterbij je droom: verloskundige worden.
We hebben het al eerder benoemd, maar als je in Nederland wilt werken: zoek op tijd naar stages, begin hier zo vroeg mogelijk mee. En denk breed, dus zoek ook buiten jouw eigen woonomgeving.
Tijdens de stages denk je wellicht soms: ‘poh dit is zwaar’, maar onthoud dat je lerende bent. Alles wat nieuw is kost veel energie en is mentaal wellicht zwaar. Maar in het werkveld vallen alle puzzelstukjes in elkaar.
En nog een laatste belangrijke tip: zorg voor jezelf. Praat over wat je meemaakt op stage, bespreek casussen met klasgenoten om te horen hoe zij erover denken of wat je een volgende keer anders kunt doen. Het praten over het vak is denken wij het allerbelangrijkste. En zie ook vooral de leuke momenten, weer een mooie bevalling, een leuk gesprek met een mama, een compliment van een verloskundige, houd daar aan vast en kijk uit naar het mooie beroep: Verloskundige!



