Medische wereld

Wiegendood: risicofactoren en beschermende factoren


In de afgelopen vijf jaar overleden er gemiddeld 33 kinderen in Nederland aan wiegendood; het plotseling en onverwacht overlijden van een kind in het eerste of tweede levensjaar, zonder dat er bij aanvang een goede verklaring voor het overlijden wordt gevonden. In dit artikel behandel ik de risicofactoren en de beschermende factoren omtrent wiegendood.


Wanneer (in Nederland) een kind in het eerste of tweede levensjaar plotseling en onverwacht overlijdt zonder dat er bij aanvang een goede verklaring voor het overlijden wordt gevonden, spreekt men van wiegendood/ SIDS (Sudden Infant Death Syndrome).
Waarom het gebeurt en wat er gebeurt, is nog altijd niet helemaal duidelijk. Wel zijn er bepaalde risicofactoren en beschermende factoren, die ik hieronder verder zal toelichten.

Hoe vaak komt wiegendood voor?
Het aantal kinderen dat overlijdt aan wiegendood is in Nederland, mede door goede voorlichting, laag vergeleken met andere landen. Het aantal kinderen dat overleed aan wiegendood werd minder, maar dat aantal is de laatste jaren helaas weer toegnomen. Daarom is het des te belangrijker om dit onderwerp te blijven behandelen.
1986: 202
2019: 31
2020: 28
2021: 27
2022: 39
2023: 41
2024: nog niet bekend

Let op:
De cijfers die in Nederland gecommuniceerd worden als het gaat over wiegendood, zijn de SUDI-cijfers. SUDI staat voor Sudden Unexpected Death in Infancy. Dit is dus een bredere categorie, waar de SIDS-cijfers onderdeel van zijn. Deze SUDI-cijfers zijn internationaal beter vergelijkbaar met andere landen. Het verschil is namelijk dat je alleen mag spreken over SIDS/ wiegendood als er een volledige onderzoek (autopsie) heeft plaatsgevonden naar de oorzaak van overlijden. Dit onderzoek is bijvoorbeeld in Amerika verplicht, maar in Nederland is het een keuze van de ouders. Als de ouders dit onderzoek niet willen, wordt het overlijden van de baby niet geregistreerd als SIDS/ wiegendood, maar valt het onder de bredere categorie SUDI. Vandaar dat de deskundigen in Nederland hebben besloten om deze categorie te communiceren.

Risicofactoren
• Slapen op de buik 
Wanneer een kind op de buik slaapt, is de kans op wiegendood zo’n acht keer groter. Voor kinderen die voor de eerste keer op hun buik gelegd worden of zelf voor de eerste keer op hun buik draaien, is deze kans nog groter. Ze weten dan niet goed hoe ze hiermee om moeten gaan.
Ook op de zij leggen is minder veilig dan op de rug.
• Samen in slaap vallen met de baby
Sommige ouders vallen met hun baby in slaap, bijvoorbeeld op de bank. Meestal valt het kind op de buik bij de ouder op de borst in slaap, deze houding is risicovol in verband met het niet vrij kunnen ademen, maar de kans bestaat ook dat de baby van de ouder afrolt bijvoorbeeld.
• Roken tijdens de zwangerschap en na de geboorte
De blootstelling aan sigarettenrook is een belangrijke risicofactor, waarbij er een duidelijke relatie is tussen aantal sigaretten waar de baby aan wordt blootgesteld en de kans op wiegendood.
• Gebruik van een dekbed
Hierbij is er een kans op oververhitting. Daarnaast kan het kindje onder het dekbed terecht komen.
• De baby in bed bij ouders laten slapen
Geadviseerd wordt dit ieder geval niet de eerste 4-6 maanden te doen. Een kinderbedje is veiliger; geen dekbed maar een dekentje, geen grote knuffels en geen dingen waar het kind met het gezichtje tegen aan kan liggen. In bed bij de ouders heb je een dekbed, kussen, ouders en soms een spleet tussen de matrassen waar de baby met het gezicht tegen aan kan liggen.

Ook bij het gebruik van een babynestje is oplettendheid geboden. Geadviseerd wordt, bij gebruik, deze alleen overdag te gebruiken met toezicht. Dit omdat de zijkanten, waardoor de baby er niet uit kan vallen, ook juist kunnen zorgen voor moeilijke ademhaling als het kind zijn hoofd hier tegen aan heeft gedraaid. 

Beschermende maatregelen
• Roomsharing in eigen bedje
Het kind in eigen bedje bij de ouders in de slaapkamer, naast of vlakbij hun bed, laten slapen. Let op: niet in bed, dit is juist een risicofactor.
• Slapen in een slaapzak
Je legt het kindje hierdoor vaak gelijk op de rug neer, omdat de rits aan de voorkant zit. Daarnaast is er geen extra beddengoed nodig en kan het kind hier dus ook niet onder komen en verkleint de kans op oververhitting. Ook is het moeilijker op de buik te draaien als het kind een slaapzak/ trappelzak aan heeft.
Let op: zorg dat de slaapzak (opening) niet te groot is, dan kan het kind met het hoofdje in de slaapzak komen.
• Bij elke slaap borstvoeding of speen aanbieden. 
Het is niet volledig duidelijk waarom borstvoeding de kans op wiegendood verkleint. Maar de volgende veronderstellingen kunnen mogelijk verklaren waarom borstvoeding een positieve invloed heeft op het risico voor wiegendood:
– Aanwezigheid van antilichamen in de moedermelk, waardoor het kind minder vatbaar is voor infecties.
– Door de zuigmethode worden de spieren van de mond en kaak beter ontwikkeld. De tong komt hierdoor meer naar voren te staan, wat de luchtwegen vrij houdt.
– Tijdens borstvoeding moet het kind de nekspieren meer gebruiken, waardoor kinderen mogelijk het hoofd sneller kunnen draaien bij eventuele secundaire buikligging.
– Borstvoeding verlaagt de wekdrempel (‘arousal’), waardoor het kind eerder wakker wordt.
Ook de beschermende werking van de fopspeen is nog niet helemaal ontrafeld, maar mogelijk kunnen de volgende factoren een rol spelen:
– Het kind zal minder snel met neus en mond op de onderlaag liggen en leert vlotter het hoofdje te draaien naar de zijkant, omdat de speen anders in het gezicht drukt.
– Het zuigen stimuleert de spierontwikkeling in mond en kaak. De tong komt hierdoor meer naar voren te staan, wat de luchtwegen vrij houdt.
– Kinderen raken minder snel onder het beddengoed doordat het geleerd heeft de neus vrij te houden van beddengoed en zo door de neus kan ademhalen.
– Kinderen met een fopspeen veranderen minder snel van positie in bed.

Samengevat
Het advies is om het kind in een veilig bedje (zonder dekbed, kussen en grote knuffels), in een slaapzak op de rug, op de slaapkamer van de ouders, te laten slapen. En als het lukt het liefst borstvoeding te geven en anders een speen te gebruiken en de omgeving helemaal rookvrij te houden.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *