Er zijn veel verschillende anticonceptiemethoden. Zo heb je hormonale anticonceptiemiddelen, maar ook anticonceptiemiddelen zonder hormonen. Ook zijn er minder bekende/ gebruikelijke manieren van anticonceptie. In deze reeks behandel ik alle vormen van hormonale anticonceptie. In de zevende van deze reeks: de hormoonpleister.
De pil is de meest bekende en gebruikte vorm van anticonceptie. Deze behandelde ik in ‘Hormonale anticonceptie #1’. Je kan hem hier lezen! Daarnaast bestaan er nog andere hormonale anticonceptiemiddelen. Je kan hier de andere artikelen lezen, waaronder de minipil, de hormoonspiraal, het hormoonstaafje, de prikpil en de hormoonring.
Ook bestaat er de hormoonpleister. In dit artikel behandel ik alle belangrijke punten hierover.
Werking en plaatsing
De hormoonpleister is een dunne, huidkleurige pleister, die zelfstandig op de huid geplakt wordt.
Je plakt de pleister op een stukje schone, droge, onbehaarde huid op één van deze plekken op je lichaam:
– Bil
– Buik
– Buitenkant van de bovenarm
– Bovenkant van de romp
Let op: een nieuwe pleister plak je weer op een ander stukje huid (niet op dezelfde plek).
In de pleister zitten twee hormonen: oestrogeen en progestageen. De hormoonpleister werkt hetzelfde als de pil, maar dan komen de hormonen via je huid in je bloed.
Je plakt de pleister één keer per week, drie weken achter elkaar. Daarna plak je één week geen pleister. Dit is de stopweek. In de stopweek vind de menstruatie plaats.
Invloed op de menstruatie
Meestal is het bloedverlies gedurende de stopweek minder en korter dan voor het gebruik van de pleister.
Bijwerkingen
Vooral in de eerste maanden kun je bijwerkingen hebben (dezelfde als bij de pil): hoofdpijn, gespannen borsten, somberheid, minder zin in seks, een beetje bloedverlies op dagen dat je niet ongesteld bent. Of huidirritatie door de pleister.
De bijwerkingen zijn hetzelfde als die van de (combinatie)pil, zoals: kleine kans op misselijkheid, hoofdpijn, gewichtstoename, pijnlijke borsten, somberheid, lager libido en licht bloedverlies op dagen dat je niet menstrueert (spotting). Deze klachten verdwijnen meestal als je de ring een paar maanden hebt gebruikt. Het kan ook zijn dat er geen sprake is van bijwerkingen.
Bij de hormoonpleister heb je meer kans op trombose dan bij de (combinatie)pil.
Voor- en nadelen
+ Je hoeft niet dagelijks te denken aan het innemen van anticonceptie.
+ Als je overgeeft of diarree hebt, werkt de hormoonring nog steeds.
+ De menstruatie kan worden uitgesteld door de pleister door te gebruiken (na drie weken weer een nieuwe pleister plakken, zonder stopweek te houden).
– De pleister kan soms loslaten zonder dat je dit merkt. Wanneer dit ontdekt wordt na 24 uur ben je niet meer beschermt tegen zwangerschap.
– De hormoonring geeft meer kans op trombose, meer dan de combinatiepil.
Let op!
Je mag niet langer dan zes weken achter elkaar een pleister plakken. Na zes weken moet er weer een stopweek gehouden worden, en dus geen pleister geplakt worden.
Contra-indicaties
– Als je jonger bent dan 18 jaar -> je mag de hormoonpleister dan niet gebruiken.
– Als je zwaar overgewicht hebt -> de hormoonpleister werkt dan niet.
– Als je een ziekte van je hart of bloedvaten hebt (gehad). Bijvoorbeeld een hartinfarct of beroerte.
– Als je een groot risico hebt op hart- en vaatziekten. Bijvoorbeeld als je rookt en ouder bent dan 35 jaar.
– Als je borstkanker hebt of hebt gehad.
– Als je bepaalde medicatie gebruikt, bijvoorbeeld tegen epilepsie.
– Als je migraine met aura hebt en rookt (meer kans op een beroerte).
– Als je diabetes hebt met steeds een hoge bloedsuiker of gezondheidsproblemen.
– Als borstkanker in de familie voorkomt, of als je een fout in gen BRCA1 of BRCA2 hebt -> overleg dan met je huisarts over het gebruik van de prikpil. Dit kan namelijk een reden zijn om te kiezen voor een andere anticonceptiemethode.
Betrouwbaarheid
De kans op zwangerschap is minder dan 0,5% (5 op de 1000 vrouwen).
Kinderwens
Na het stoppen met de ring kan je kan direct bij de eerste eisprong bevrucht raken en zwanger worden.
Na bevalling
Of de hormoonpleister na een bevalling een geschikte anticonceptiemethode is, hangt af van of er borstvoeding wordt gegeven of niet.
Borstvoeding
De hormoonpleister is niet geschikt als er borstvoeding wordt gegeven.
Geen borstvoeding
Wanneer er geen borstvoeding wordt gegeven, moet je minstens vier weken wachten met het gebruik van de hormoonpleister.
Overgang
Mocht je niet meer menstrueren door het gebruik van de prikpil, kan hiermee gestopt worden op je op je 52e. Bij de meeste vrouwen is de menstruatie dan namelijk al gestopt. De kans op zwangerschap is dan heel klein.
DISCLAIMER:
De informatie in dit artikel is puur informatief. Neem bij klachten, vragen of het inwinnen van medisch advies contact op met je eigen (huis)arts.