Gastblogs

Tessa: “Al die jaren in de GGZ, zo hard gewerkt om alles een plekje te geven en nog ging het niet beter”


Tessa (32) praat open over over mentale gezondheid. Ze was 14 jaar toen ze haar eerste paniekaanval kreeg. Naast paniekaanvallen had ze ook last van straatvrees en depressies. Ondanks de vele therapieën en behandelingen, ging het niet beter met haar.

Dit is deel 1 van haar verhaal! Het leven voor haar autisme diagnose.


Ik was 14 jaar toen ik mijn eerste paniekaanval kreeg; midden op een druk plein, koninginnendag 2005. Iets wat ik nooit meer vergeet. Ik dacht letterlijk dat ik doodging. Hier begon mijn weg in ’therapieland’, zoals ik het altijd omschrijf.

Zoals ik hierboven al uitlegde begon mijn verhaal over mentale gezondheid op mijn 14e. Nu weet ik ondertussen dat dit al veel vroeger begon. Naast dat ik autisme heb en dit dus is aangeboren, kom ik ook uit een niet veilig gezin met veel agressie en algehele onveiligheid. Toen ik voor het eerst bij een therapeut kwam was dit ook wat naar boven kwam. 

Mijn eerste diagnoses waren paniekstoornis, agorafobie (straatvrees) en een zware depressie

Mijn eerste diagnoses waren paniekstoornis, agorafobie (straatvrees) en een zware depressie. Hoewel het thuisfront het hier niet mee eens was en ze mij gewoon lui vonden, stond het toch zwart op wit. Mijn straatvrees was zo extreem dat ik op het diepste punt mijn slaapkamer niet meer uit durfde. Net 15 jaar en niet meer naar school durven, een school die niet mee werkt en zeggen dat je je aanstelt. Uiteindelijk geen diploma halen en dus onderaan moeten beginnen in mijn verdere leven. 

Door de jaren heen heb ik tientallen scholen van binnen gezien. Van het laagste niveau op het mbo opklimmen tot uiteindelijk een niveau 4. Dit heeft jaren geduurd, met de simpele reden dat mensen je niet geloven. In de jaren 2000 tot 2010 was de maatschappij niet zo open over mentale gezondheid. Het moest vooral stilgehouden worden. Altijd heb ik moeten vechten voor mijn plekje en uiteindelijk werd dat mijn enige doel: laten zien dat ik het wel kan! Ik ben niet lui, maar intelligent en een doorzetter. 

Al deze jaren heb ik doorgezet op mijn tandvlees. Ik ging stage lopen, ging stappen, werd verliefd, kreeg mijn eerste vriendje, ging samenwonen, liet mij overal horen en zien en nam geen blad voor mijn mond om te taboe te doorbreken over mentale gezondheid. Ik haalde mijn rijbewijs en croste met mijn autootje overal naar toe. Mijn eerste relatie ging uit en ik vond een huisje voor mijzelf, genoot van mijn vrijgezelle leven en kwam uiteindelijk Luc tegen in 2013. Een normaal leven, zou je denken. Toch hing er over dit leven een enorme schaduw. 

Elk 1/ 1.5 jaar raakte ik zo oververmoeid dat ik niet meer kon functioneren

Elk 1/ 1.5 jaar raakte ik zo oververmoeid dat ik niet meer kon functioneren. Soms uitte dit zich in een burn-out en soms in een depressie. Mijn werkende leven ging dan ook niet goed. Zo raakte ik een aantal keer in de ziektewet, liet ik contracten aflopen omdat ik mij schaamde en probeerde aan alle kanten mijn werk overeind te houden.

Al die jaren moeten strijden om te laten zien dat je best een leuk mens bent, doet je zelfbeeld geen goed

Ik was altijd moe, had altijd pijn en mijn hoofd zat vol. Maar ik dacht dat dit erbij hoorde. Na 1.5 jaar werken ging ik dan weer op zoek naar een therapeut en praatte ik weer over mijn moeilijke jeugd, mijn overheersende vader en mijn minderwaardigheidsgevoel. Al die jaren moeten strijden om te laten zien dat je best een leuk mens bent, doet je zelfbeeld geen goed. Ik vond mijzelf dan ook lelijk, dom, en niet waardig. Dit overheerste vaak, maar toch heeft mijn karakter ook een andere kant. Een soort van natuurlijk zelfvertrouwen? Ik vind mijzelf namelijk een onwijs leuk en knap wijffie. Maar als donkere gedachten overheersen kan ik dit niet meer denken. Oftewel; chaos in mijn hoofd. Want wat vind ik nou? Dan is er ook nog een vleugje feminist die door mijn lijf raast. Stukje overblijfsel uit mijn gezin gok ik zo. Mannen zijn niks meer dan vrouwen en haal het niet in je hoofd om dat wel te vinden. 

Uiteindelijk ging ik van therapeut naar therapeut. Cognitieve gedragstherapie, EMDR, trauma therapie, schema therapie, therapie gericht op liefdevol kijken naar jezelf, 3 weken lang in een groep werken aan je belastbaarheid en nog veel meer. De diagnoses angststoornis en zware depressie kwamen weer met regelmaat voorbij. Alle therapieën pakte ik vol aan. Ik ga altijd voor 100%, vertrouwde op mijn therapeuten en wist dat zelfmedelijden niks brengt. Zodra ik het weer op ‘orde’ had, pakte ik mijn leven weer op. 

Zo ging ik in 2015 op mijn 25e opnieuw de schoolbanken in. Er was heel weinig werk in de kinderopvang en ik kon nergens een baan vinden. Maar ik wilde wat van mijn leven maken dus hup, tussen de 17-jarigen naar het mbo niveau 4, uitstroom richting personeel & arbeid. De opleiding was vreselijk, maar de stages waren geweldig! Ik liep stage bij een groot uitzendbureau en zat daar vreselijk heerlijk op mijn plek. Geweldig lieve collega’s, veel lachen en ook de functie recruiter paste mij als een jas. Ik vond het heerlijk om mensen aan een baan te helpen, om al mijn hbo-collega’s een ander beeld van de maatschappij te laten zien en om een vleugje Tessa op kantoor te brengen. Ik heb hier mijn gehele opleiding stage gelopen, simpelweg omdat ik hier mijn toekomst zag. Dit gevoel was wederzijds en in januari 2017 kreeg ik mijn contract voor 24 uur naast mijn studie als recruitment consultant. Zodra ik mijn studie zou afronden zou ik 32 uur gaan werken.

Vanaf toen kwamen de paniekaanvallen steeds vaker

Vanaf toen begonnen mijn paniekaanvallen weer op te spelen. Mijn eerste heftige kreeg ik tijdens het autorijden. Elke dag reed ik over de brug van huis naar mijn werk en andersom. Op die brug kreeg ik een vreselijke paniekaanval. Hoewel ik al die jaren last ben blijven houden van paniek was het nooit meer zo heftig geweest. Toen ik trillend op mijn benen, volledig wit en uit het veld geslagen thuiskwam dacht ik nog: ‘Ach, zal wel gewoon beetje stress zijn.’

Vanaf toen kwamen de paniekaanvallen steeds vaker. Voornamelijk in de auto maar ook steeds meer erbuiten. In paniek belde ik mijn laatste therapeut op en vroeg of ik snel bij haar een afspraak kon inplannen. Ik durfde geen auto meer te rijden en besloot dan maar met de bus te gaan, maar toen ik eenmaal een paniekaanval kreeg in de bus was ook dat geen optie meer. Ik raakte uitgeput en mijn werk vroeg alles van mij. Ik leidde een druk project waarin te veel van mij gevraagd werd. Dit kon ik nog helemaal niet aan. Maar ik had een nieuwe manager en wilde mezelf bewijzen.

Uiteindelijk besloot ik dan maar op de fiets naar mijn werk te gaan. Dat weekend ging ik naar de fietsenmaker om mijn band te laten plakken en alles in orde te maken. Die maandag had ik een hele belangrijke afspraak en moest ik om half 6 al op locatie staan. De nacht van zondag raakte ik compleet buiten mijzelf. Ik zat op de toilet en kreeg een enorme hyperventilatie aanval. In een zakje ademen, rondlopen, proberen te huilen, mijzelf streng toespreken. Die nacht was afschuwelijk. Toen de wekker ging dacht ik maar één ding: ‘Ik kan niet meer, het is op.’ Jankend belde ik mijn manager, die mij vertelde dat ik wel een lekker moment had gekozen en ik maar een paar uur slaap moest pakken en daarna na kantoor moest komen. Maar zelfs dit lukte niet meer. Het lampje ging uit, ik was klaar. 

Mijn contract liep af in augustus en in september zou mijn 32 uur contract ingaan. Deze moest ik nog tekenen. Ik zou een maandje vakantie nemen en daarna terugkomen. Ik ben nooit meer teruggegaan en heb gezegd dat ik mij ging concentreren op mijn studie en daarna terug zou komen. Niet ziek gemeld uit schaamte. Oftewel, kans op enige uitkering later kon ik wel naar fluiten. 

De laatste week van 2017 was een ware hel

De laatste week van 2017 was een ware hel. Mijn hoofd stopte niet met gedachtes en stemmen. Het ging maar door, ik dacht dat ik gek werd. Totdat ik op een punt kwam dat ik dacht: ‘Nee, ik wil niet meer. Laat mij maar gaan.’ Toen ik deze gedachtes zo heftig voelde, wist ik dat er iets moest gebeuren. Ik begon met anti depressiva en kwam op een wachtlijst voor zwaardere therapie.

Uiteindelijk was ik aan de beurt en kreeg ik een psychotherapeut en een psychiater. Bij de intake vroeg ik voorzichtig het niet iets als een persoonlijkheidsstoornis of autisme zou kunnen zijn. Ik had al wat verhalen over vrouwen met autisme gelezen en dacht: “Hmm…’, maar dit werd meteen weggewuifd. Ik was hartstikke sociaal, had gewerkt, gestudeerd, had een relatie en ik stond zelfs graag voor groepen. Verlegen komt niet voor in mijn woordenboek dus nee, absoluut niet. Ik was te veel op zoek naar een oplossing, maar moest gewoon harder gaan werken aan mijzelf.

Na een uitgebreid onderzoek kreeg ik de diagnoses zware depressie, verkeerde hechting en trekken van persoonlijkheidsstoornissen

Na een uitgebreid onderzoek kreeg ik de diagnoses zware depressie, verkeerde hechting en trekken van persoonlijkheidsstoornissen. Ook kwam er een verhoogde staat van paranoïde uit, maar niks schrikbarends. Wat wel bijzonder bleek was mijn IQ test. Een disharmonisch profiel werd mij verteld. Hoog intelligent in mijn woordenschat, emoties en algemene kennis, maar een enorme lage intelligentie in mijn verwerkingsproces. Denk hierbij aan ruimtelijk inzicht of ‘logische’ dingen die ik gewoon niet snapte.

Als ik er nu over nadenk vraag ik mij af hoe ik dit heb gedaan

Dus ging ik weer volop in therapie, alle lijken werden uit de kast getrokken. Vanaf baby af aan. Vreselijk zware trauma therapie, exposure therapieën en vooral heel veel praten. Verder zat ik midden in de opbouw van mijn anti depressiva waardoor ik heel veel nare gedachtes had. Ik sliep praktisch niet en kreeg uiteindelijk ook daarvoor medicatie die gelukkig goed hielp. Als ik er nu over nadenk vraag ik mij af hoe ik dit heb gedaan. 

Langzaamaan klom ik uit die zwarte wolk

Langzaamaan klom ik uit die zwarte wolk. Met 1 stap vooruit en 10 achteruit. Ik leerde veel, over mijzelf, mijn relatie en mijn familie. Ik kon alles van vroeger steeds beter een plekje geven en mijn hoofd werd lichter. Toch werden mijn angsten niet minder. Ik durfde nergens alleen naar toe, alles was te veel en aan werken kon ik niet eens denken. Verschillende pogingen heb ik gedaan om te beginnen aan vrijwilligers werk, maar als de dag kwam lag ik met hartkloppingen in bed. Afspraken maken lukte niet; ik kon geen verantwoordelijkheid aan en had de belastbaarheid van een visstick. 

In 2020 verkochten we ons appartementje in Arnhem en startten wij een nieuw leven in Almelo. We waren verliefd geworden op Twente, wilden een nieuw begin, weg van alle nare herinneringen. Het was en is een schot in de roos. Ons huis was meteen ons huis, het voelde geweldig en nog steeds. Ik zat op die roze wolk van de verhuizing, was gestopt met therapie in Arnhem en dacht ik: ‘We zien het wel. Ik kan dit misschien wel.’ We leefden al een hele poos van één salaris en hoewel dit niet ruim was, hadden we genoeg. Mijn partner verdiende het geld en ik probeerde een weg te vinden om hiermee om te gaan.

Uiteindelijk valt die roze wolk natuurlijk weer weg en kwam de depressie weer om de hoek kijken. Dus meldde ik mij weer braaf aan bij een GGZ instelling en kreeg ik na 9 maanden wachtlijst een intake.
Ik had mijzelf één ding beloofd: ik eis een autisme onderzoek. 

Al die jaren in de GGZ, zo hard gewerkt om alles een plekje te geven en nog ging het niet beter

In al die jaren was ik heel veel gaan lezen over autisme bij vrouwen, was ik Instagram accounts gaan volgen die hierover praatten en verdiepte ik mijzelf er volledig in. Hoewel ik niet overtuigd was dat ik autisme had en om mij heen ook niemand, had ik toch het gevoel dat ik dit moest doorzetten. Al die jaren in de GGZ, zo hard gewerkt om alles een plekje te geven en nog ging het niet beter. Ja, ik had chronische vermoeidheid ontwikkeld door al die jaren strijden en mijn belastbaarheid was 0,0, maar het moest toch een keer beter gaan? Waarom ging het niet beter? 

Binnen een week kreeg ik een telefoontje dat er absoluut een autisme onderzoek kwam

Tijdens mijn intake werd mijn verzoek tot een autisme diagnose bijna meteen van tafel geveegd. Absoluut geen sprake van. Ik vertelde de vrouw dat het mij niet zoveel uitmaakte wat zij dacht, maar ik een diagnose onderzoek wilde. “Als het niet bij jullie kan dan ga ik ergens anders naar toe”, zei ik. Na overleg mocht ik opnieuw op intake en kreeg ik allerlei vragenlijsten mee die ik moest beantwoorden. Na dit lange gesprek kwamen weer de woorden: “Autisme denk ik echt niet hoor. Misschien ADHD, maar ik laat de professor ernaar kijken en dan hoor je van ons.” Binnen een week kreeg ik een telefoontje dat er absoluut een autisme onderzoek kwam. Een maand later begon mijn onderzoek naar autisme. 

Tessa vertelt binnenkort in een deel 2 hoe haar verdere traject eruit zag. Wil je op de hoogte blijven van wanneer die online komt? Hou dan de site en Instagram (@mediviews.nl) in de gaten!


Je kan Tessa volgen op haar Instagram!


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *